Keti Koti-festival voor jongeren in Moerwijk
Aan het einde van een winkelstraat in Moerwijk, pal voor buurtkamer De Luyk staat op zondag 3 juli een witte feesttent met een flink podium en metershoge speakers. Surinaamse hits schallen door de straat terwijl de zon op de kleurrijke marktkraampjes schijnt. Daar treffen de verkopers hun voorbereidingen voor een bijzondere editie van Keti Koti – de herdenking én viering van de afschaffing van de slavernij – want dit is een Keti Koti speciaal voor jongeren.
Aan de zijkant van buurtkamer De Luyk in de Jan Luykenstraat in Moerwijk staat een kleine groep jongeren in een halve cirkel. Tegenover hen staat de statige wintipriesteres Marian Markelo in koto, een traditioneel kledingstuk van de creolen in Suriname. In haar handen ligt een kommetje gemaakt van een kalebas met daarin wat water. Deze dag kan voor sommigen pas beginnen als het plengoffer is gebracht, een zegening van een wintipriesteres.
Terwijl ze spreekt, sprenkelt ze kleine beetjes water op de grond. Ze vertelt waarom we hier zijn op ‘manspasi’ (emancipatie) – zoals Keti Koti ook wordt genoemd. Ze bedankt de zon en moeder aarde, eert de voorouders die tot slaaf gemaakt zijn, vraagt voor de jongeren een goede toekomst en kracht en energie voor deze dag. Wanneer ze klaar is, barsten de jongeren in juichen uit. Een ervan roept opgewekt: ‘Zo, nu kan het vandaag écht beginnen.’ Het is Jacky (21) medeoprichter van Sranami’s, een organisatie van jonge, ondernemende meiden.
De feministische Surinaamse superheld Sranami staat op haar roze t-shirt afgebeeld. Jacky staat hier vandaag met een kraampje waar ze schaafijs en limonades verkoopt om geld in te zamelen voor de watersnoodramp in Suriname. Over de zegening van net zegt ze: ‘Het is een soort peptalk, het geeft me een heel positief gevoel en het vertrouwen dat we ertegenaan kunnen.’ Dan wordt Jacky naar haar kraam geroepen, waar het Jeugdjournaal klaarstaat voor een interview.
Rijk
Op Keti Koti eet je traditiegetrouw heri heri: een bord vol cassave, bananen en bakkeljauw. Maar op deze Keti Koti struinen de bezoekers langs eetkraampjes met friet, popcorn en suikerspin afgewisseld door populair Surinaams en Antilliaans eten, zoals felgekleurde groene, rode en gele maizenakoekjes of creoolse kip van de barbecue. Een van de eetkraampjes is een soort fort van roestvrijstalen bakken waar af en toe in gekeken wordt door Steff en zijn zoon Regillio (35). Regillio nam catering Delisu over van zijn vader en verkoopt vandaag ‘fladder’ (pens) en zelfgedraaide sappige Surinaamse worst van rund, varken of kip. Daar serveert hij dan een lepeltje pittig zure piccalilly en wat frisse ingelegde rode ui bij. Regillio legt uit: ‘Bij Surinaams eten denken we in Nederland al gauw aan roti, nasi, bami en soto, maar er is zoveel meer dan dat. Vandaag kunnen jonge bezoekers bij ons proeven hoe rijk én lekker de Surinaamse eetcultuur eigenlijk is.’ Vandaag staat er een hoop moois op het programma om de Surinaamse cultuur te vieren. Soms slaat een onderdeel in als een bom, zoals het optreden van Jen’Stars. De Rotterdamse dansgroep met piepjong talent maar ook ervaren twintigers, laat dansen uit het binnenland van Suriname zien. Ze dragen een pangi, een lange, rechthoekige doek die vrouwen van de Aukaanse marrongemeenschap uit Suriname tot boven hun navel om hun middel wikkelen.
Zo weten ze het jonge publiek enthousiast te krijgen voor de traditionele dansen uit Suriname. Het wordt drukker en drukker op het plein en jongeren klappen geestdriftig mee met de muziek. Meer en meer telefoons verschijnen in de lucht om deze bijzondere show vast te leggen. De 27-jarige Darlycha is met een van de danseressen meegekomen naar het festival. Ze is ook naar Keti Koti in Rotterdam geweest maar hier is het toch anders: ‘Jongeren willen de onafhankelijkheid vieren door één te zijn en vooral vooruit te kijken. Hier voel je echt veel positiviteit.’ Misschien verklaart het waarom er op sommige momenten wat minder animo is voor de serieuzere onderdelen van de programmering. Zo krijgt de jongerendialoog te weinig aanmeldingen. Dat moet volgend jaar een tweede kans krijgen. Ook wanneer de Haagse vrouwen van vereniging Afimo in een optocht hun verschillende koto’s showen en vertellen over de betekenis van hun traditionele klederdracht, zie je de jongeren naar de eetkraampjes vertrekken.
Kracht
Desalniettemin hoopt Renate Stuger, de initiator van deze dag en coördinator van Buurtkamer De Luyk, zaadjes te planten bij de jongeren. In haar oren bungelen twee houten sieraden in de vorm van het continent Afrika. Ze rent de hele dag heen en weer tussen de buurtkamer en het festivalterrein. Maar ze is ook de bedenker van de Surinaamse stripheld Suriman, die vandaag met jongeren op de foto gaat en mateloos populair blijkt. Met haar ondernemerschap en sociale hart, houdt Renate Stuger de hele buurt bij elkaar.
‘Waarom er een Keti Koti voor jongeren moest komen?’ Renate verwijst naar haar jeugd in Voorburg als Surinaamse Nederlander. ‘Toen ik jong was had ik veel vragen over mijn afkomst. Ik weet hoe het voelt om soms tussen twee culturen in te zitten: geen échte Nederlander gevonden worden in Nederland, geen échte Surinamer in Suriname. Met dit festival wil ik jongeren met een Surinaamse of Antilliaanse achtergrond de kans geven meer te weten te komen over hun herkomst en trots te zijn op zichzelf. Want ook al is het dit jaar 159 jaar geleden dat de slavernij werd afgeschaft, deze jongeren hebben dagelijks te maken met discriminatie en racisme die hun oorsprong vinden in dat slavernijverleden. Weten wie je bent en waar je vandaan komt, geeft je kracht om hiermee te dealen.’
En inderdaad, onder de jongeren die dit festival bezoeken leven de thema’s die Renate aanhaalt. Zo vertelt de schaafijsverkoopster Jacky tussen het harde werken door: ‘Mijn vader is wit, mijn moeder Surinaams. Ik denk veel na over mijn geschiedenis. Het is een zwaar onderwerp, maar vandaag is een moment van verwerken. Mijn vader leg ik regelmatig uit hoe ik te maken heb met het racisme en de discriminatie. Hij kent dat niet want hij is wit, maar ik wil het hem wél meegeven.’ Is dat niet moeilijk? Het verwerken van vroeger, het dealen met de realiteit en tegelijkertijd een vrolijk feest vieren? ‘Wij vieren onze vrijheid uitbundig want wij Surinamers houden van vreugde’, zegt Jacky. Dan ziet ze dat er een klant wegloopt met net iets te weinig ijs in zijn bekertje: ‘Ladies! Méér!’ roept ze tegen haar jonge collega’s, en weg is ze.
Traditie
Spokenwordartiest Luus Malbons (47) probeert vandaag haar jonge publiek aan het denken te zetten over hun verleden. Ze staat niet op het podium maar dichtbij haar bescheiden groepje luisteraars. Ze noemt de namen en de landen van de tot slaaf gemaakten en geeft een indrukwekkende geschiedenisles over het slavernijverleden. Dan vraagt ze aan haar publiek over hun eigen achtergrond, de afkomst van hun naam, hun familieverhaal.
Vanaf een veilige afstand staat een lange slanke jongen in een zwart trainingspak naar het optreden te kijken. Het is Rwenvick. Hij is 21 jaar, student social work en stagiair bij de buurtkamer. ‘Vandaag sta ik vooral stil bij mijn vrijheid, ben ik dankbaar dat ik vrij ben en vier ik het met lekker eten en muziek. Het is een dag, en dan heb je het er eigenlijk niet meer over.’
Rwenvick komt van Curaçao. Veel weet hij niet van zijn eigen achtergrond. ‘De ouders van mijn oma waren tot slaaf gemaakt en kwamen oorspronkelijk uit Nieuw Guinea. Er zijn veel jongeren die hun geschiedenis niet kennen omdat ze het er niet met hun ouders over hebben. Maar ook omdat er op school weinig aandacht voor is.’ Hij maakt zich zorgen over de stilte die er is rondom het gedeelde verleden van hem en zijn leeftijdsgenoten, omdat hij op het nieuws ziet dat de geschiedenis zich herhaalt. Spokenwordartiest Luus Malbons voegt daaraan toe; ‘Dat verleden is pijnlijk en daar moeten we ons doorheen werken. Maar er zit ook heel veel moois in. Onze voorouders waren creatief, slim en hadden een enorme overlevingsdrang. Zoiets kan je helpen als je in een moeilijke tijd zit om de moed te vinden om verder te gaan, het gevoel dat je het aan hen verplicht bent eigenlijk om verder te gaan’.
Terwijl de uren verstrijken lijken ook steeds meer toevallige voorbijgangers te besluiten dat ze hier maar beter kunnen blijven omdat ze bekenden zien. Wanneer de brassband begint te spelen, dansen zelfs de schuchtere jonge kinderen uit de wijk lachend door de straat. In een slingertje met de handen op elkaars schouders bewegen ze ‘als één’ langs het oudere publiek. Dit festival lijkt het begin van een prachtige nieuwe traditie in Moerwijk.
Wat wordt herdacht?
Met Keti Koti wordt herdacht dat op 1 juli 1863 de slavernij door de Nederlandse overheid werd afgeschaft in Suriname en op de Nederlandse Antillen. Keti Koti betekent letterlijk ‘ketenen gebroken’. Er kwamen op dat moment ruim 45.000 oorspronkelijk Afrikaanse tot slaaf gemaakten vrij, van wie 34.441 in Suriname. De slavenhouders kregen voor elke vrijgemaakte 300 gulden schadeloosstelling. Maar de vrijgemaakte mensen kregen niets en werden in Suriname nog tien jaar verplicht om (tegen betaling) het werk te blijven doen, soms onder dezelfde erbarmelijke omstandigheden. Feitelijk waren zij dus pas in 1873 vrij. In Suriname is 1 juli een nationale feestdag. Op Keti Koti wordt traditoneel heri heri gegeten, een eenpansgerecht van de Afro-Surinamers, ontstaan tijdens de slavernij.

