‘Op onze vlag, viering en vrijheid! Salut!’

Dag van de Vlag Curaçao

Op Curaçao is 2 juli een officiële feestdag: Dia di Bandera, de Dag van de Vlag. Rondom deze dag is het op Curaçao drie dagen feest en is iedereen vrij. In het Curaçaohuis aan de Prinsengracht organiseerde Wayaca, een groep Haagse senioren met Caribische roots, een feestelijke viering. Daarbij werd ook stilgestaan bij de gevolgen van de slavernij. Er waren lezingen, zang en dans, én Miss Universe Curaçao.

‘Op Curaçao is het rondom Dia di Bandera drie dagen feest en danst iedereen op straat. Ik heb mijn hele leven gedanst, gezongen en muziek gemaakt. Dat leerde ik van mijn oma, die heel mooi kon zingen. Vanmiddag dans ik hier, samen met de anderen van dansgroep Ban Pe’, vertelt de 65-jarige mevrouw Bit-Itel uit Moerwijk. Ze zit in een volle zaal samen met zo’n veertig anderen in het Curaçaohuis aan de Prinsengracht. Daar wordt vandaag, op 1 juli 2022, Dia di Bandera (Dag van de Vlag) gevierd. Dat is een dag eerder dan de officiële herdenking op het eiland. De organiserende partij, Wayaca, komt al 27 jaar op vrijdag samen, dus ook vandaag, op vrijdag 1 juli.
Om onder de bezielende leiding van voorzitter Clemencia Coffie te herdenken dat in 1951 de Eilandsraad, het hoogste bestuursorgaan van Curaçao, voor het eerst samenkwam.

Op Curaçao is 2 juli een officiële feestdag, met sportwedstrijden, parades en lezingen. Overal hangt de vlag uit. Zo niet in Den Haag. Terwijl in deze stad toch ruim tienduizend mensen met Curaçaose afkomst wonen, is het zoeken naar een speld in een hooiberg om een herdenking te vinden. Niet veel mensen zullen vandaag in Den Haag buiten dansen, zoals op Curaçao gebeurt. Hier is het guur en regent het buiten. De aanwezigen zijn blij als ze niet drijfnat binnen komen in het statige pand waar het Kabinet van de Gevolmachtigde Minister van Curaçao huist.

Het is het einde van de ochtend en deze bijeenkomst zal tot in de middag duren. De leden van Wayaca en de bezoekers zijn voor deze gelegenheid feestelijk of traditioneel gekleed.
Er is ontvangst met taart in de kleuren van de vlag van Curaçao: blauw met een gele streep en twee witte sterren bovenaan de hijskant. En tussen de lezingen en voordrachten door – waarbij iedereen in rijen op stoelen zit – wordt rijkelijk rondgegaan met hapjes en drankjes.

Subtiel
Op een van die stoelen middenin de zaal zit mevrouw Bit-Itel. Ze vindt het belangrijk om stil te staan bij deze dag. Mevrouw Bit-Itel heeft levendige herinneringen aan de festiviteiten op Curaçao, waar ze tot haar 44e jaar woonde voordat ze naar Den Haag verhuisde. Ze vertelt over de rol bij de viering van de tambú, muziek die zijn oorsprong kent uit de tijd van de slavernij. Met een trom en een chapi (een ijzeren schoffel of schep waar met een metalen staafje tegenaan wordt getikt) communiceerden de tot slaaf gemaakte mensen op de verschillende plantages in geheimtaal met elkaar, zodat de shon (de plantagehouder) niet begreep waarover het ging. Later werd er ook bij gezongen, geklapt en met de voeten gestampt.

De tambú is nog steeds een manier om maatschappijkritiek te uiten, op een subtiele manier. In de familie van mevrouw Bit-Itel wordt de tambú nog steeds gespeeld, en al helemaal op 2 juli. De viering van Dia di Bandera valt dit jaar in Den Haag samen met Keti Koti, de jaarlijkse herdenking en viering van de afschaffing van de slavernij op alle Caribische eilanden en in Suriname. Op de Caribische eilanden wordt dat Emancipatiedag genoemd. Dat verwijst naar de Emancipatiewet die in 1863 een einde maakte aan de slavernij van twaalfduizend tot slaaf gemaakte mensen op de Caribische eilanden.

Liever heeft mevrouw Bit-Itel het niet over de verschrikkingen die haar voorouders doorstonden. Te pijnlijk. Maar ze staat er wel bij stil, dagelijks. Afro-Antillianen en Surinamers herdenken in Nederland rond 1 juli vaak samen de afschaffing van de slavernij. Ook op deze bijeenkomst zijn Surinaamse gasten aanwezig. En mevrouw Bit-Itel gaat vanavond naar Buurtkamer De Luyk in de Jan Luykenlaan in Moerwijk, waar gratis heri-heri wordt uitgedeeld. Dat is een traditioneel gerecht dat in de slavernijperiode in Suriname is ontstaan en met Keti Koti gezamenlijk wordt gegeten ter nagedachtenis aan de voorouders. Een van de gastsprekers die vandaag het podium krijgt, is de 88-jarige mevrouw

Nathalie Pengel-Wong uit Den Haag. Haar familie kocht in Suriname een plantage over van een ex-slavenhouder die na de afschaffing van de slavernij failliet ging. In haar werkzame leven was ze directeur van een school in Marlot. Ze houdt het verhaal over haar familiegeschiedenis levend. Heeft er ook boeken over geschreven. Nu geeft ze met verve een lezing over de overeenkomsten tussen de geschiedenissen van Suriname en Curaçao. Haar verhaal begint bij Columbus in 1492 en laat zien dat de Europeanen zowel op Curaçao als in Suriname de inheemse bevolking uitroeiden en mensen vanuit Afrika tot slaaf maakten. Die pakten ze hun naam, taal, godsdienst en cultuur af en behandelden ze vervolgens wreed en meedogenloos, terwijl ze het land leegroofden. Op Curaçao waren geen grote plantages zoals in Suriname. Het eiland speelde vooral een rol in de doorvoer en handel van mensen die in Afrika waren ontvoerd. De plantages waren voornamelijk voor binnenlands gebruik en niet voor de export: de tot slaaf gemaakten die werden aangevoerd moesten er aansterken na de barre zeereis in de overbevolkte scheepsruimen, met nauwelijks eten, drinken en sanitaire voorzieningen. Zodat ze goed doorverkocht konden worden.

Met het verdiende geld uit deze handel werden in onder meer Den Haag grote huizen en paleizen gebouwd door de elite en handelaren, bijvoorbeeld die aan het Lange Voorhout en het Mauritshuis. Mevrouw Pengel vertelt over de helden op Curaçao en in Suriname die de strijd met de overheersers aangingen. Op 17 augustus 1795 brak onder tot slaaf gemaakte mensen een grote opstand uit. De verzetshelden van toen zijn voor veel mensen een inspiratiebron voor het leven van nu. Ze vertelt hoe nazaten van het slavernijverleden tot op de dag van vandaag last hebben van wat hun voorouders is aangedaan. ‘Ik snap waarom mensen van hun ‘idiote’ achternamen af willen, die destijds door slavenhouders zijn gegeven, zoals Geduld, Winter of Herfst’. In de zaal wordt ademloos geluisterd en bevestigend geknikt.

Trots
‘Er is nog een ding dat de Surinamers met de Curaçaoërs gemeen hebben’, besluit ze haar verhaal. ‘Lekker eten en feest vieren!’. Nu klinkt er gejuich van herkenning. De alcoholvrije bubbels gaan rond en er wordt geproost: ‘Op onze vlag, viering en vrijheid! Salut!’. Daarna wordt het volkslied door alle aanwezigen uit volle borst meegezongen. Hoewel de voertaal op deze bijeenkomst Nederlands is, zodat alle aanwezigen het kunnen verstaan, wordt er gebeden en gezongen in de hartstaal, het Papiaments. Ook door de 22-jarige Miss Universe Curaçao en studente Social Work, Kanisha Sluis uit Rotterdam, die hier vandaag veruit de jongste is. Ze is gevraagd om te vertellen over haar drive: Antilliaanse meiden ervan bewust maken dat ze trots moeten zijn op zichzelf en hun afkomst.

‘Ik ben niet belast met het koloniaal en slavernijverleden van Curaçao, maar ben me wel bewust van wat zich er heeft afgespeeld’, zal ze na afloop zeggen. Van haar opa op Curaçao hoorde ze de verhalen over vroeger. Ze vindt het belangrijk om naast de Dag van de Vlag, ook stil te staan bij de Emancipatiedag. Dat is haar van huis uit meegegeven. ‘Het is belangrijk dat witte mensen ons verhaal aanhoren, zodat ze ons gaan begrijpen. Zelf ken ik geen uitsluiting, maar er is wel racisme. De Black Lives Matter-beweging heeft ons dat laten zien.’

De muzikanten die in het begin van de middag op het programma staan, laten op zich wachten. Het optreden van het koor van Wayaca wordt daarom eerder gepland. Ze zingen liederen over het verleden, over pijn en trots. Op melodieën die voor een buitenstaander waarschijnlijk vrolijk overkomen, maar met gezang en woorden die door je ziel snijden. Hun traditionele jurken wiegen en enkelen wagen een dansje. Vanuit de zaal wordt meegezongen en geklapt. En terwijl mevrouw Bit-Itel en haar dansgroep zich opmaken om op te treden, komen ook de verlate muzikanten binnen. Nu kan het feest beginnen!

Wat wordt herdacht?
Op Curaçao wordt op 2 juli gevierd dat op die dag in 1951 de Eilandsraad voor de eerste keer bijeenkwam. De Eilandsraad was tot 10 oktober 2010 de gekozen vertegenwoordiging van het eiland. Op 2 juli 1984 is deze dag uitgeroepen tot ‘Dia di Bandera’ (Dag van de Vlag), een officiële feestdag. Op deze dag wordt op veel plaatsen de vlag van Curaçao uitgehangen, worden er plechtigheden gehouden en wordt er gefeest.

Deel dit bericht via:

Overige verhalen
uit Den Haag

De verhalenavond op dinsdag 9 september stond helemaal in het teken van dans en van
Op woensdag 9 juli verzamelden buurtbewoners, vrijwilligers en verhalenliefhebbers zich op de sfeervolle BuurtBoerderij De

Nieuwsbrief

Wil je op de hoogte blijven van onze nieuwste updates en inspiratie? Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief!